Handleiding: Planten stekken

Het stekken van planten is een leuke manier om je plantenfamilie uit te breiden. Het is een eenvoudig proces wat je voor verschillende soorten planten kunt toepassen. Je kunt de stekjes zelf houden of juist delen met vrienden en familie, zodat zij ook van de voordelen van jouw prachtige plantjes kunnen genieten. Het stekken van planten is een leuke activiteit die je in je eigen huis kunt doen. In deze handleiding leggen we je uit hoe jij welke plant het beste kunt stekken.
Wanneer planten stekken?
Het stekken van planten is een geweldige manier om meer van je favoriete planten te krijgen. En het voorjaar is de beste tijd om dit te doen, omdat de luchtvochtigheid hoog is, de temperatuur comfortabel is en de zonnige dagen de planten de energie geven die ze nodig hebben om te overleven. Omdat het voorjaar een relatief koele en vochtige omgeving biedt, kan het stekje zich gemakkelijk ontwikkelen. Bovendien hebben planten in het voorjaar de tijd om hun wortels te ontwikkelen voordat de zomerse hitte begint. Als je planten in het voorjaar stekt, heb je meer kans dat ze gezond en sterk groeien.

Wat heb je nodig om een plant te stekken?
Om te beginnen met het stekken van een plant heb je verschillende dingen nodig:
- een scherp en schoon mes
- een snoeischaar
- glazen flesjes
- aardewerken potjes
- stekgrond
- een plastic zak of stolp
Herken het soort stekje
Om verschillende planten te vermeerderen, heb je verschillende technieken nodig. Sommige planten kun je vermeerderen door blaadjes te stekken, terwijl je voor andere planten stukjes van de stengel moet nemen. Het is belangrijk om te weten welke methode je moet gebruiken voor elke plant, zodat je de beste kans hebt om ze te laten groeien.
Er zijn verschillende manieren van planten stekken, waaronder wortelstek, kopstek, stengelstek en bladstek. Ook groeien de stekjes bij sommige planten al vanzelf. We noemen dit scheuten of pups.
Wortelstek
Dit is een manier waarbij je een stukje wortel van de moederplant afneemt, het in een potje of in de grond zet en het laat groeien tot een nieuwe plant. Deze methode is het meest geschikt voor planten die veel wortels vormen, zoals lavendel, salie, bieslook en kamille.
Zo doe je het:
- Haal de planten met kluit en al uit de pot. Breek voorzichtig de wortels los en draai ze langzaam uit elkaar.
- Knip ongeveer 2cm van de wortels af, net na een ‘knoop’ of een verdikking.
- Vul een pot met stekgrond, leg de wortelstekken hier plat in en dek ze af met een 1 cm dik laagje grond.
- Besproei de grond met water en dek de potten af met plastic of zet ze in een kweekkasje. Wanneer de stekjes 4 blaadjes hebben, zijn ze toe aan een eigen pot.
Kopstek
Kopstekken is een methode waarbij de kop van de plant wordt afgesneden en verder kan groeien als losse plant. Het nemen van kopstekken gebeurt vaak bij planten met een stam of stevige stengel. Bij de kopstek is het gebruikelijk om de onderste bladeren te verwijderen, zodat deze niet onnodig energie vragen. Zo kan je stek optimaal focussen op het aanmaken van wortels. Het nemen van een kopstek kan onder andere bij de Aralia, Clusia, Croton, Dracaena, Ficus, Schefflera en Yucca.
Zo doe je het:
- Pak een schoon en scherp mes voor planten met een stengel. Pak een zaag voor planten met een stam of tak, maak de zaag wel eerst goed schoon.
- Neem de kopstek zo recht mogelijk af, direct boven een blad van de moederplant. Zorg ervoor dat de stek ongeveer 15 cm groot is, afhankelijk van de plantsoort.
- Verwijder de oudste en onderste bladeren van de genomen kopstek. Dit ter verbetering van de energieverdeling van de verse stek.
- Zet de kopstek met de onderkant in het water en wacht geduldig tot de stek nieuwe wortels gaat ontwikkelen.
- Als de wortels ongeveer 5 cm lang zijn kun je ervoor kiezen om de stek te verpotten in grond.
- Houd aan het begin de stekgrond licht vochtig en vermijd fel en direct zonlicht. Biedt een temperatuur van minimaal 20 graden celcius. Na 4 tot 6 weken heeft je stek voldoende wortels ontwikkeld om weer verpot te worden.
Stengelstek
Stengelstekken is een methode waarbij een stengel van de moederplant wordt gebruikt. Bij sommige soorten zoals de Monstera of Scindapsus is het noodzakelijk om een stuk luchtwortel te hebben. Bij andere soorten kun je de stengel weer opdelen in verschillende stukken, wat ieder een stek wordt. Het nemen van stengelstekken kan o.a. bij de Begonia, Ceropegia, Dieffenbachia, Maranta, Monstera, Peperomia, Philodendron en Scindapsus.
Zo doe je het:
- Zoek een stevige, volwassen stengel. Bij de Monstera, Philodendron en Scindapsus moet je er goed op letten dat je een luchtwortel aan de stengelstek hebt zitten. Pak een schoon en scherp mes (of een schone schaar).
- Knip de stengelstek net boven een blad van de moederplant af.
- Deel de afgeknipte stengel op in stukken. Doe dit echter niet bij een Monstera. Hier plaats je de hele stengel inclusief luchtwortel direct in de grond.
- Pak een kweekpot en vul deze voor de helft met verse grond.
- Zet nu verschillende gewortelde stengelstekken in de kweekpot en vul deze aan met grond.
- Houd de eerste paar weken de grond licht vochtig en pas op met direct en fel zonlicht.
Bladstek
Bij deze methode worden er stukjes blad afgenomen van de moederplant, waarna deze in een potje of in de grond gezet worden. Deze methode is het meest geschikt voor planten die zich gemakkelijk via stekken vermeerderen, zoals aloë vera, monstera en varens.
Zo doe je het:
- Snijd een blad van de plant en laat dit een dag liggen om een beetje te drogen. Bij vetplantjes die rozetten maken, snijd je een rozet af.
- Steek de blaadjes voor een kwart in de grond. Maak voor vetplantjes een mengesel met zand erin, zodat het water sneller weg kan zakken. Je kunt hier ook cactusgrond voor gebruiken.
- Giet een beetje water rond het stekje en druk de vochtige grond goed aan.
- Zet de pot met jouw bladstek op een warme, lichte plaats uit de zon, en controleer regelmatig of de grond niet uitdroogt. Besproei je stekje regelmatig met de plantenspuit. Zo voorkom je dat je je stekje te veel water geeft.
- Na een paar weken zullen en nieuwe bladeren verschijnen. Dit wordt de jonge plant die later kan worden opgepot. Laat het oorspronkelijke blaadje aan de jonge plant zitten, ook al ziet het er slap en gerimpeld uit: het vormt het water- en voedselreservoir voor de baby!
Scheuten
Scheuten, pups of baby’s zijn nakomelingen die of uit de grond naast of aan de moederplant groeien. Deze babyplantjes kunnen losgehaald en verpot worden om zelfstandig verder uit te groeien tot een volwassen plant. Dit is één van de makkelijkste manieren om je plant te stekken. Pups of scheuten komen onder andere voor bij de Aloë Vera, Bananenplant, Cactus, Chlorophytum, Echeveria, Pachira, Pannenkoekplant en Sansevieria.
Zo doe je het:
- Snijd de jonge baby’s met een scherp mes of snoeischaar van de moederplant af.
- Prik met een potlood een gaatje in een pot met potgrond en steek het stekje erin. Duw het gaatje vervolgens dicht.
- De jonge wortels kunnen zelf nog niet genoeg water opnemen. Dek daarom het stekje af met een plastic zakje of een stolp. Wanneer de blaadjes overeind blijven staan, is het stekken geslaagd.
Waterstek
Naast de verschillende methoden van een plant stekken, kun je ook nog kiezen of je je stekje liever in de aarde wil laten groeien of ze in het water wil laten wortelen. De makkelijkste manier voor de meeste stekjes is om ze in het water te laten wortelen. Je kunt op die manier namelijk goed in de gaten houden of het goed gaat met je stekjes en je hoeft er ook niet bang voor te zijn dat je te weinig water geeft. Het nadeel van deze methode is dat je plantje een tijdje moet wennen als je hem in de potgrond stopt. We raden je dan aan om de grond licht vochtig te houden, totdat je ziet dat je plant zich goed aanpast. Planten die je met een enkel blad stekt kun je direct in of op de grond leggen.
Planten die van nature hard groeien of die zachte stengels hebben, zijn het meest geschikt om op water te stekken. Een takje klimop, munt, basilicum, begonia, balkongeranium of de kamerplant Epipremnum wordt zo in een mum van tijd een nieuwe plant. Soorten met harde, dikke stelen wortelen moeilijk in water.
Zo stek je planten op water:
- Knip de jonge scheuten die al stevig aanvoelen af net onder een ‘knoop’, een verdikking op de hoofdstengel waar de zijstengels beginnen. Daar zitten de meeste groeihormonen.
- Haal de onderste bladeren van de stengel, laat ongeveer twee derden aan de stek zitten.
- Vul een glazen flesje met water en hang de stekken erin, waarbij alleen het onderste deel onder water staat. Ververs het water elke week. Let op dat er geen blaadjes in het water hangen, daarvan wordt het water groen en kunnen je scheutjes rotten.
- Zodra de wortels zo’n 3cm lang zijn, is het tijd om de stek op te potten. Hoe langer je wacht met inpotten, hoe moeilijker het voor je plant wordt om zich aan de grond aan te passen.
Welke planten kan je gemakkelijk stekken?
De volgende planten zijn gemakkelijk te stekken met blad- of stengelstekken:
- Schefflera
- Tradescantia
- Afrikaanse viooltjes
- Rozemarijn
- Rhododendron
Planten die goed reageren op vermeerdering met worteldeling zijn onder andere:
- Varen
- Lepelplant
- Vrouwentong
- Zamioculcas
Planten die kleine uitlopers van zichzelf produceren, doen het meeste werk al zelf. Voor de beste kans op succes, laat je de kleine plantbabies ongeveer 8 cm groot worden voordat je ze afsnijdt met een scherpe, schone schaar. Plant ze direct in hun eigen potten. Hier zijn enkele planten die uitlopers produceren:
- Graslelie
- Aloë Vera
- Olifantspoot
- Bromelia
Welke planten stekken op water?
De makkelijkste manier om plantjes in de meeste gevallen te stekken, is om ze in het water te laten wortelen. Op die manier kun je goed in de gaten houden of het goed gaat met je stekjes en je hoeft niet bang te zijn dat je ze te weinig water geeft. Daarnaast ziet het er ook nog eens heel leuk uit dat je wortels de vaasjes opvullen.
Er is een groot aantal plantjes waar je uit kunt kiezen om ze in het water te stekken. Zo kun je bijvoorbeeld de volgende planten in het water laten groeien:
- Lepelplant
- Rozemarijn
- Basilicum
- Anthurium
- Klimop
- Monstera
- Philodendron
- Een avocadopit
- Salie
- Lavendel
- Begonia
- Clusia
- Een eikel
- Geranium
- Graslelie
Een nadeel is wel dat de plantjes moeten wennen wanneer je ze in de potgrond gaat stoppen. Dit is wel gemakkelijk op te lossen door de potgrond tegen die tijd licht vochtig te houden tot je ziet dat de plant zich goed heeft aangepast.
Planten die je met een enkel blad stekt kun je niet in het water stekken, die je kun je het beste direct in of op de grond leggen.

Tips voor het stekken van je plant!
- Gebruik altijd schoon materiaal als je je planten stekt. Je kunt het beste je schaar schoon maken met een beetje alcohol. Op die manier kun je voorkomen dat je bacteriën van de ene plant verplaatst naar de andere plant. Maak ook nog even de potjes en glaasjes schoon voordat je er aarde of water in stopt! Dit kun je het beste met water doen (zonder zeep).
- Je stekjes zullen makkelijker groeien als je ze stekt wanneer ze gezond en sterk zijn. Kies daarom echt voor de stevige delen van de plant en niet de hele jonge deeltjes die beter nog even verder kunnen groeien..
- Maak je stekjes niet te groot, want je stekje heeft nog geen wortels om genoeg water op te kunnen nemen. Het ideale stekje is ongeveer 10 tot 15 centimeter.
- Haal altijd wat van de onderste bladeren van je stek af, dat is het stammetje wat straks in de grond of onder het water gaat.
Planten stekken in de herfst
Zoals we zeiden is de beste tijd om je plant te stekken in de lente en de zomer. Wil je toch graag een plantje stekken in de herfst of in de winter? Dat kan wel, maar dan moet je wel rekening houden met een paar dingen.
In de winter groeien planten minder snel en duurt het ook wat langer voordat je nieuwe wortels kunt zien aan je stekjes. Het is dus belangrijk om wat meer geduld te hebben.
Zet je stekjes goed in het licht. Een goede plek is bijvoorbeeld de vensterbank. Wil je je stekje in de winter echt een hele goede start geven? Zet je stekjes dan onder een groeilamp. Hierdoor krijgt je plant voldoende licht om goed te gaan groeien en hoef je niet bang te zijn voor iele groei!
Check je stek
Kijk regelmatig hoe het met je stekje gaat. Een stekje heeft namelijk altijd net even wat meer zorg nodig dan een volwassen plant. Wanneer er nog geen wortels aan je stekje zitten, is het voor je stekje een uitdaging om water op te nemen. In dat geval kun je stekjes in de aarde helpen door zelf een soort klein kasje over het plantje heen te maken. Dit kun je heel simpel doen met een plastic zakje. Maak je geen zorgen over of het zakje helemaal luchtdicht is. Dit hoeft namelijk ook niet.
Naast het stekken van je plant opzoek naar nieuwe planten? Bekijk eens onze prachtige kamerplanten of buitenplanten!